Foto: Marloes Bosch Fotografie Amsterdam
Moeten wij wel zo blij zijn met een raadsbreed akkoord?
De gemeenteraad is de baas. Zij is de volksvertegenwoordiging, neemt besluiten en controleert het college (B&W). Het college voert de besluiten uit.
We hadden eerst een coalitieakkoord. De gekozen politieke partijen bepalen de inhoud van het coalitieakkoord. Hiervoor nodigt de grootste partij andere partijen uit voor de onderhandelingen over de nieuw te vormen coalitie. Zij moeten het dan eens worden over de diverse doelstellingen.
In een coalitieakkoord zijn níet álle partijen door wethouders in het college vertegenwoordigd. Deze ontbrekende partijen in het college, leveren dan automatisch oppositie. Oppositie zorgt ervoor dat de coalitie en de wethouders scherp blijven. Die oppositiepartijen hebben geen belangen die verleiden tot kritiekloos lief doen. Oppositiepartijen kunnen het echter ook eens zijn met de coalitie en de coalitie kan het ook opnemen tegen de ‘eigen’ wethouders.
Nu, met een raadsbreed akkoord wordt door de hele raad afgesproken wat de onderwerpen zijn waar overeenstemming over is en waarover niet. Bij dit akkoord zijn, in Nunspeet, wél álle partijen vertegenwoordigd door een wethouder in het college. Dus de oppositie is weg; de slager keurt zijn eigen vlees.
In het rapport ‘Een routekaart voor raadsakkoorden’ staan de praktijkervaringen van raadsleden uit 56 gemeenteraden. Een van de vragen is: ‘Wat is voor u de belangrijkste les van het werken met een raadsakkoord?’
Een aantal antwoorden zijn: ‘Niet doen of met wethouders die niet vanuit een bepaalde partij werken’. ‘Kan alleen werken met een zakencollege, dus met wethouders met kennis van zaken, gekozen door de hele gemeenteraad.’
‘Men lijkt de burgers uit het oog te raken’. ‘Eigenlijk is het alleen een raadsakkoord als ook inwoners en andere belanghebbenden betrokken worden bij het opstellen ervan.’ Als je met z’n allen in het college gaat zitten, dan maakt het namelijk niet meer uit op welke partij je stemt met de gemeenteraadsverkiezingen.
‘Je wordt minder scherp.’ ‘Het geeft minder debatten en diepte.’
Dat laatste is dan wel weer een voordeel. Dan kan men uitvoerig praten over wel of niet een biertje in de hal van het nieuwe zwembad. Want dat hadden we daarvoor nog niet in de Brake en vooraf de bouw van het nieuwe zwembad is hier blijkbaar niet over nagedacht.
0 reacties